
Uncanny: artificiële intelligentie in films. De nieuwe, sexy hype …
Uncanny
Matthew Leutwyler
2015
Vanzelfsprekend zal het vergeleken worden met “Ex Machina”. En toch is “Uncanny” een op zichzelf staand verhaal. Een fantastische, intrigerende en tot nadenken stemmende SF.
Waar gaat het over?
David en Adam leiden in hun ruime appartement in New York een geïsoleerd bestaan. De één is de briljante geleerde die sinds zijn afstuderen op zijn negentiende voor een privé-instelling werkt. De ander is zijn product: een robot in menselijke gedaante, die stukje bij beetje zijn mogelijkheden verkent. Wanneer de mooie robotexpert Joy de twee een bezoek brengt om hen een week lang te bestuderen voor een artikel over David en zijn werk, begint Adam verontrustend competitief gedrag te vertonen.
“This kid the next big thing?
Some Asperger’s cousin of yours ready to get all Good Will Hunting on coding and change the world?”
Gelijkwaardig aan “Ex Machina” of niet?
Was “Ex Machina” in je ogen het summum van toekomstige hightech ontwikkelingen en een demonstratie van mogelijke consequenties, dan is “Uncanny” misschien wel een niveau hoger. Niet door de aankleding of vertoonde futuristische technologieën, maar wel door de verrassende ontknoping. Ondanks het sobere beeldmateriaal en het onmiskenbaar lagere budget wist deze film me toch aangenaam te boeien. En dat vooral door de interactie tussen de personages. Net als in “Ex Machina” is het aantal protagonisten beperkt. Hierdoor komen de dialogen beter tot uiting. Men verzeilt niet in een kluwen van irrelevante nevenonderwerpen. En ondanks de beperkte vertoning van high-end technologieën, wordt het intellectuele niveau opgekrikt door een reeks (voor mij toch) onbegrijpelijke, technologische begrippen zoals aerated titanium, convert a hemispheric image into a planar representation, chambered baths of synthetic hymotrips, proloanaprotiese that demolishes gluten, pesinium vibo receptors en propuseptive information. Dat ik niet over een ingenieursdiploma beschik was overduidelijk, want dit ging me op bepaalde momenten toch mijn petje te boven.
A.I. is the new hype
Het lijkt wel alsof artificiële intelligentie en robotica de nieuwe, sexy hype zijn. Het laatste jaar werden we overstelpt met films waarbij dit thema centraal staat. Naast “Ex Machina” kregen we ook “Automata”, “Chappie”, “Transcendence”, “The Machine” en “Her” voorgeschoteld. Telkens trachtte men de gevaren die schuilen in het verder ontwikkelen van A.I. aan te tonen. Moeten we ons zorgen maken dat zulke zelf ontwikkelende machines een zelfbewustzijn krijgen? En hoe zit het met bepaalde ethische kwesties? Hoe zien de ontwikkelaars deze hoog intelligente wezens functioneren in onze maatschappij? En hoe reageren of ageren deze artificiële individuen ten aanzien van menselijke medebewoners? Dit laatste aspect wordt op een subtiele manier uitgewerkt in deze toch wel excellente low-budget film. Een ingewikkeld samenspel tussen twee menselijke individuen en een artificieel handelend, maar griezelig menselijk uitziende, robot. Wat zich voor je ogen afspeelt, is een gecompliceerde driehoeksverhouding waarbij de gevoelens van de androïde schrikwekkende menselijke eigenschappen begint te vertonen. Jaloezie speelt hierbij een grote rol .
David en Adam
Het meest in het oog springend is hier vanzelfsprekend de acteerprestatie van David Clayton Rogers als Adam, de door David Kressen (Mark Webber) ontworpen en autonoom werkende robot. De manier waarop hij Adam speelt is gedurende de hele film subliem. Hij acteert op een dusdanige manier dat je er stellig van overtuigt bent, dat het een echt artificieel intelligent wezen is. Die verbaasde blik en verwondering over de manier waarop David en Joy op hem reageren. Die verdwaalde blik terwijl hij waarschijnlijk miljoenen mogelijke reacties langsloopt. Vervolgens krijg je een woordenstroom te horen alsof hij een Wikipedia pagina letterlijk citeert. Zijn ontwerper David vertoont soms dezelfde eigenschappen, waardoor je je afvraagt of hij niet zelf een artificieel intelligent wezen is. De manier waarop hij zijn antwoord formuleert over de aantrekkingskracht van Joy bijvoorbeeld:
Her hair is nice.
Good facial symmetry.
Delicate features.
Nice fashion sense.
Yes, I do. I think she’s pretty.
Joy
En uiteindelijk is er dan ook nog Joy (Lucy Griffiths). Een verstandige journaliste die Robotica gestudeerd heeft (maar zo ver ik het begreep niet is afgestudeerd) en mede-ontwerpster was van een game genaamd Aquaria 3. Blijkbaar was dit zo succesvol dat ze niet meer genoodzaakt was om verder te studeren. Dat was het enige minpuntje dat me dwarszat. Waarom wordt zo iemand uitgekozen om een reportage te schrijven over zo’n hoogtechnologisch onderwerp? Of was er een nevenplan speciaal voor haar gecreëerd? In ieder geval was haar vertolking overtuigend genoeg.
Traag maar intrigerend
Ik ben er zeker van dat velen deze film erg traag zullen vinden of van mening zijn dat er weinig actie en spanning in te beleven valt. Maar de rustige opbouw, briljante dialogen en het subtiele samenspel van de personages is noodzakelijk zodat de ontknoping als een bom inslaat. Alhoewel ik al op voorhand twee bepaalde ontknopingen in gedachten had, was het toch een intrigerende film met een verontrustend einde. Laat me eindigen met een humoristische opmerking: ik ben er zeker van dat dit de ultieme droom zal zijn voor een vrouw … een geavanceerde huis-tuin-keuken robot met “Tarzan”-achtige features … Tja, de toekomstvisie zal er voor sommigen vanaf nu appetijtelijk uitzien.
Leave a Response